Kaas woordenboek

  • Boerengatenkaas Boerenkaas met een beperkt aantal grote ogen en gewoonlijk een iets zoete smaak ook wel Boerengruy re genoemd.
  • Consumptiekaas Kaas met een vrij hoog vochtgehalte die reeds na 6 10
    weken voldoende is gerijpt om te kunnen worden geconsumeerd.
  • Dagkaas Kaas die is bereid uit een mengsel van de avondmelk en de
    morgenmelk.
  • Dieetkaas Kaas die geen keukenzout bevat. In plaats daarvan kunnen
    dieetzouten worden gebruikt. Deze geven de kaas een iets andere smaak.
  • E nstuk kaas Kaas bereidt volgens een methode waarbij de wrongel als
    n blok in de vorm wordt gebracht. Het zuivel vertoont een beperkt aantal ronde openingen ter grootte van een erwt.
  • Graskaas Kaas uit de zomermaanden ( mei oktober) met een rijk en mild aroma en een volle gele kleur .
  • Hooikaas of stalkaas Kaas bereidt in de stalperiode gewoonlijk vrij bleek van kleur en bereid als consumptiekaas.
  • Jodenkaas Zie witte meikaas.
  • Kaas met kort zuivel Kaas met brokkelig en gemakkelijk brekend zuivel. De kaas laat zich moeilijk in plakjes snijden en is vaak bleekwit van kleur. De smaak is gewoonlijk licht zuur.
  • Kaas met lang zuivel Kaas met een soepel enigszins elastisch zuivel. De kaas kan gemakkelijk in dunne plakjes worden gesneden. De smaak is mild en soms zelfs iets zoet.
  • Knijper Een mislukte kaas met afwijkende smaak die grote scheuren vertoont.
  • Kruimelkaas Kaas die werd bereid volgens een methode waarbij de wrongel als losse kruimels in de vorm wordt gebracht. Het zuivel vertoont veel kleine openingen.
  • Losse kaas Kaas die door overmatige gasontwikkeling tijdens de rijping
    veel en grote openingen heeft gekregen.
  • Malse kaas Zuremelkse kaas Kaas bereid uit n melkmaal de avondmelk of de ochtendmelk
  • Oplegkaas Kaas die langzaam rijpt en daardoor geschikt is voor langdurige bewaring.
  • Overrijpe kaas Kaas die te lang is gerijpt en daardoor een scherpe en
    onevenwichtige smaak heeft gekregen.
  • Rabbinale kaas Kaas die onder toezicht van een rabbijn is bereid.
  • Scheikaas Kaas die werd bereid in de overgangstijd van stal en weideperiode.
  • Stolkse kaas Ook wel Stolwijkse kaas. Benaming voor een kwaliteitskaas
    met goede bewaareigenschappen. Het gewicht bedraagt minimaal 15 kilo.
  • Veenweide kaas Boerenkaas met een gecontroleerde hoge kwaliteit afkomstig van boerderijen in het Zuid Hollands en Utrechts veenweide gebied waar met bijzondere aandacht voor natuur en landschap wordt gewerkt.
  • Vegetarische Kaas Kaas bereidt met behulp van stremsel dat niet van dierlijke herkomst kaas is.
  • Verse kaas Kaassoort die geen rijping nodig heeft bijvoorbeeld kwark.
  • Witte meikaas Zachte oogerijpte kaas met een mild zure smaak en een zeer
    hoog vochtgehalte. Deze helder witte kaas is reeds na n dag eetbaar. De kaas is slechts zeer kort houdbaar
  • Zoetemelkse kaas Kaas die werd bereid uit verse melk bijvoorbeeld Goudse
    Boerenkaas
  • Zuivel van de kaas Vakterm voor het binnenste van de kaas de eigenlijke
    kaasmassa binnen de kaaskorst.
  • Zuremelkse kaas Benaming die vroeger werd gebruikt voor kaas die werd
    bereid uit de afgeroomde melk. De kaas heeft een stevige iets brokkelige structuur bijvoorbeeld Boeren Leidse.

    bron Boer Piet